Dit jaar moest en zou het lukken om de bijeenkomst van het sloepwezen in de haven van Hoorn te bereiken. In 2008 had ik maar 1 zeil en deed de motor het niet goed. dit jaar deed de motor het prima en had ik twee zeilen. Bovendien had ik Frank en Louis bij me – allebei ervaren zeilers. Wat kon er mis gaan?
Na wat veiligheidsmaatregelen aan het tuig voeren we voor de wind weg. Dat betekende ruime en halve wind naar Hoorn. Zag er goed uit. Op het Markermeer bij ruime wind was het een genot.
Er stond wat teveel spanning op de onderste staken van het voorzeil maar de ZeeFier voer bij ruime wind wel leuk.
Maar toen draaide de wind, waardoor we scherp aan de wind naar Marken moesten varen. Dat lukte niet: we konden geen hoogte winnen. Halve wind was maximaal. Uiteindelijk de zeilen maar gestreken en op de motor naar de wal. De motor leverde niet voldoende vermogen om goed tegen de golven op te kunnen. De schroef kwam regelmatig uit het water. Het was kruipen naar de wal. Echt niet leuk.
We legden aan bij de windmolen net onder Marken en wachtten daar op betere wind. Gelukkig kwamen we op culinair gebied bepaald niet tekort. Na een paar uur besloten we te blijven liggen want het ging alleen maar harder waaien maar nog steeds vanuit de verkeerde hoek om naar Hoorn te komen.
‘s Ochtends was de situatie niet veranderd. We praatten wat met de buren, zetten de plakletters op de boot en keerden terug naar de thuishaven.
Op de terugweg toch nog wel even een kick: we voeren op de elektromotor dwars door een heel veld aangemeerde boten met zonnende mensen. Volkomen geluidloos. Frank vond het stoer en dat was het.
Ik had wel een flinke kater dat het weer niet gelukt was Hoorn te bereiken en zag erg op tegen de moeite die het zou kosten om enigszins fatsoenlijk aan de wind te kunnen varen. Het heeft dan ook bijna een half jaar geduurd voordat ik deze post schreef. De boot ligt inmiddels in Lemmer voor de montage van een plaatkiel. Zie deze post.