Barry, Mark, Matthijs en Cookie ontmoetten elkaar op 4 augustus in de Prinsentuin in Leeuwarden. Barry was met de trein gekomen en Mark had ZeeFier op sleep met de Minne. Het vertrek was een stuk minder chaotisch dan het jaar ervoor, al moesten Mark en ik wel de masten en zeilen aan boord tillen. Zoals gewoonlijk stak het geïmproviseer op ZeeFier nogal af tegen de strakke en schone Minne.
Ze zeggen wel: ‘zo hond, zo baas’. Voor schepen en hun stuurlui geldt denk ik hetzelfde.
We pasten met ons vieren goed op de Minne, zolang Cookie tenminste in Sfinx houding op het dek bleef liggen. ZeeFier had een klein beetje motor bij en bij nadering van bruggen konden we met 2 motoren met het koppel heel goed manouvreren. Hoewel het inmiddels de 10e keer was, blijft de Dokummer Ee toch heel plesant. Er is langs de Ee veel meer te zien dan rietkraag en de route naar het Lauwersmeer voert langs het prachtige, glooiende land langs het Dokkumer Grutdjip.
Het weer was, net als in andere jaren, fantastisch: zon, wind 3-4. Dat beloofde weer wat.
We meerden bij een Marekrite plek tussen Dokkum en Dokummer Nieuwe Zijlen. Cookie had zich prima gehouden, maar was zichtbaar blij met vaste grond onder zijn poten.
Helaas betekende dat ook dat Cookie de hele avond bij de boot van de buren stond te schooien. Gelukkig vonden die mensen dat niet vervelend, anders had ik C-maatregelen moeten nemen.
Nog diezelfde avond zetten we de masten van ZeeFier. Ik haal altijd opgelucht adem als dat gebeurd is. Vanwege de kans op schade en ongelukken, maar vooral omdat ik met een lege kuip ook weer een leeg hoofd heb. Een leeg hoofd had ik denk ik ook toen ik vertrok, want ik was mijn slaapzak en mijn zeilpak vergeten. Van Mark kon ik gelukkig een deken lenen.
Louis was donderdagavond al in de haven. Dat is natuurlijk ook zijn habitat.
Menno was in de haven aan het werk. Hij timmerde een schip in. De loods waarin dat gebeurde was bloedheet, dus het was hoog tijd om te gaan zeilen. Menno had dat tot zijn spijt lang niet zo vaak gedaan als hij wilde. We kletsten bij met een koud biertje uit mijn nieuwe dubbelwandige koelbox. Ideaal. Een dag eerder had ik daar koelementen ingelegd en nu was het bier nog steeds koud.
Vrijdagochtend gingen Mark en ik eerst naar de receptie. Via mail had ik ons aangemeld. Koffie en thee stonden voor ons klaar om 12 uur. Prima geregeld en leuk om weer terug te zijn. Corona bleek voor zoveel vraag naar ligplaatsen gezorgd te hebben dat er nu een wachtlijst was voor seizoensplaatsen.
Deelnemers dit jaar waren: De Freya, met Anton en Isolde, de Alife sloep met Menno, de Huibertje met Willem, Martijn en Bastiaan, de Lizzy Bend met Jan, de Koh-I-Noor met Joris, Roos en Simon, de Minne met Louis, Mark, Roos en Ymke, de ZeeFier met Nikki, Martijn, Barry, Matthijs en Cookie.
Gerben-Jan was op de fiets gekomen als opstapper. Zeer gemist werd Eilert, die een gecompliceerde breuk had opgelopen. Voor sommige mensen is het op zee nou eenmaal veiliger dan op land.
Zelfs brandhout was er, zonder dat ik daar om gevraagd had. 2021 was ook het jaar waarin de elektrische motor mainstream was geworden: De Freya, Menno’s sloep en de Lizzy Bend voeren elektrisch.
Op ons gemak met een gunstige wind voeren we de Slenk af naar het eiland. Altijd weer leuk: paarden in het water, vogels en foto’s nemen van elkaars boten.
Op het eiland raakte iedereen met iedereen aan de praat, we zwommen wat, gooiden een balletje, aten geweldige Chili con en sin carne van Louis. Het ging schoon op. Simon sarde nog dat het dus niet genoeg was, maar daar stond hij alleen in.
Het weer hield zich goed, Ymke nam de muzikale leiding, Joris herontdekte de kisten als percussieinstrument en Cookie deed alsof hij onbrandbaar was.
Zaterdagochtend een kort palaver met een opdracht: Zoveel mogelijk stickers plakken op de boeien van het Lauwersmeer. Op de stickers staan mijn publieksonvriendelijke schepsels. Over stickers gesproken: Er waren ook geinige ‘niet te gebruiken na’ stickers in omloop die hun weg hadden gevonden naar menig nietsvermoedende zeiljas. Grappig, al had op mijn zeiljas moeten staan: ‘Niet te gebruiken vóór 10 uur ‘s ochtends’.
Cookie had zich danig misdragen. Hij had een hele zak krentenbollen opgevroten met plastic en al. Het ‘bruine monster’ werd zijn bijnaam bij de familie Leopold.
ZeeFier voer een fijn stuk over het meer en bracht toen Nikki en Martijn naar de bus in Lauwersoog. Daar even een heerlijk dutje gedaan. De wind was wat weggezakt en donkere wolken verzamelden zich langs het meer. Barry en ik deden nog een rondje over het meer en voeren toen terug naar Lauwersoog.
Bij Lauwersoog wilde ik het zeil strijken, maar de val bleef steken. Heel hard trekken aan het zeil hielp niet. Barry en ik besloten aan te leggen naast een sleepboot. Het stel op de sleepboot was ex-beroeps en zeer hulpvaardig. Door op het dak van de kajuit te gaan staan en een hele lange vaarboom bovenin de val te steken kon ik de boel weer los krijgen. Gelukkig, want anders had ik er in moeten klimmen.
We liepen als laatste Lauwersoog binnen en legden aan bij de steiger net onder de dijk, mooi tegenover Sterkenburg. Als vanouds een prima visje gegeten op het terras. Het was de hele dag droog gebleven, op het meer althans, rondom waren veel stortbuien geweest. Nu was Lauwersoog aan de beurt voor een plensbui. Gelukkkig was het eten op en zaten we onder grote parasols.
Er was geen wind en de accu’s van Freya en Lizzy Bend hadden niet genoeg sap meer, dus kregen ze een sleepje van ZeeFier. Het weer zou snel verslechteren, dus hopelijk zouden we het eiland voor die tijd bereiken. Dat liep anders: Zuidwest boven het Lauwersmeer kwam er een stormfront aan. Dichterbij leek het nog het meest op een enorme, boogvormige worst. Zodra we daar onder voeren begon het enorm te loeien, alsof iemand een windmachine had aangezet. Ook de golven werden flink.
Recht tegen de wind in blijven sturen werd een uitdaging. Eén keer ging het bijna mis. De boten op sleep kwamen erg dichtbij en we zaten bijna aan lagerwal. Barry hielp met de vaarboom, want mijn motor was met deze wind en golven niet genoeg. Het kwam goed en daarna concentreerde ik me alleen nog maar op recht tegen de wind in varen.
De bemanning van de Lizzy Bend zat achterop waardoor de boeg enorm op een neer deinde. Gelukkig kon ik – boven de wind uit- duidelijk maken dat dat niet ideaal was. Het probleem was verholpen toen 2 mensen zich naar de mast hadden verplaatst.
Het duurde een eeuwigheid en we werden flink nat, maar na een dik uur zo ploeteren konden we het meer af de vaargeul naar het eiland in. Daar was de golfslag een stuk minder. Pfff. Weer een hoop geleerd. Onder andere dat het een uitstekend idee was om een vaarboom te lenen in de haven. Door daarmee te roeien had Barry ons weer op koers gekregen. Een andere geleerde les: Als de wind wegvalt en er zijn donkere luchten, moet je oppassen. Letterlijk de stilte voor de storm.
Opgelucht legden we aan bij het eiland, zetten snel de tent op. In no time was ZeeFier weer Party central. We deden een maf drankspelletje, waar ik me niet veel van herinner behalve het ‘adje des(interesse)’, dat je moest drinken als je niet op zat te letten.
Het weer werd wat beter maar rond half één kregen we commentaar op het geluidsniveau. Vervelend natuurlijk. Normaliter is dat geen probleem want dan zitten we allemaal bij het vuur. De volgende ochtend is de burentwist gelukkig bijgelegd.
Op zondagochtend overhandigde ik de prijs voor de muziek aan Ymke en Joris. Het fanfarehoedje stond haar goed. Ben benieuwd wanneer die op een ander hoofd terecht komt.
Anton en Isolde hadden alle stickers geplakt met een speciale techniek die Isolde had uitgevonden. Geweldig!
Daarom en omdat ik zeker wilde weten dat ze in 2022 weer zouden komen, kreeg de Freya de wisseltrofee.
Als beeldhouwer en als mens kan ik erg genieten van deze expressie op het gezicht van Anton.
De terugreis zondag was makkelijk. Voor de wind met een dikke 5-6, dus zelfs met alle bagage gingen we knoerthard. Zo rond vijfen waren we aan het pilsen in de kuip van de Minne, toen er naast ons een speedbootje afmeerde met drie jongens aan boord. Ze waren zo aangedaan dat ze geen knoop meer konden leggen. Ze bleken met deze harde wind vanaf Texel gekomen in regenpakjes zonder zwemvesten. Dat was zo’n rare actie dat even later de Douane de hele boot kwam doorzoeken.
Op weg naar een pizza in Zoutkamp liepen we spontaan gallerie backtozero binnen. We werden hartelijk ontvangen door een stel, beiden actief in de kunst. Leuk gesprek en interessante kunst aan der muur. We sloten de avond af met een heerlijke pizza bij L’Ancora.
Maandag zeer op ons gemak weer terug, waardoor we natuurlijk de bruggen in Leeuwarden weer niet haalden. Ach ja, de vakantie nog maar iets verlengd. Dinsdag kwamen Mark, Cookie en ik thuis. Mirjam vond mij harder stinken dan Cookie, dus dat was nieuw.
NoRd 2021 was weer een klinkend succes.
Heel graag tot ziens op 5 augustus 2022 in Zoutkamp!