De NoorderRaid vond dit jaar plaats van 10 tot en met 12 augustus. Dankzij Willem en het toeval zette de daling van de gemiddelde leeftijd door.

Barry, Mark en Ymke hadden ZeeFier op donderdag al naar Dokkum gevaren en waren daar drijfnat aangekomen. Ze Waren dan ook aan de tocht begonnen met een warme zomerdag in verwachting. In Dokkum was de tent niet erg waterdicht en bleek Marks slaapzak doorweekt. Gelukkig kreeg Mark hulp van aardige buren die hem een vervangende slaapzak leenden. De tocht van Dokkum naar Zoutkamp had ook de nodige verrassingen in petto: hagel en dreigende luchten. Maar aan het eind brak de zon toch door en de groep kon om een uur of drie vertrekken uit Zoutkamp.

5 boten voeren mee: Wuptem!, Huibertje, Ika, Koh-I-Noor en ZeeFier.

Vrijdagavond speelden Ymke en Simon op de gitaar, Barry op Shakuhachi (een Japanse fluit) en de whisky bracht de vochtige bemanning van ZeeFier gelukkig onder zeil.

Eilerts zoon was op vrijdag getrouwd en ik was pas zaterdagochtend terug van een vakantie in Wales, Ierland en Schotland. Samen voeren we met de IKA naar het eiland. Dat kampvuur wilden we niet missen!

Toen we uit de slenk kwamen merkten we dat het het best hard waaide (4-5). We gingen dus maar rechtstreeks naar het eiland, waar ZeeFier en de Koh-I-Noor lagen gemeerd. De bemanningen hadden geschuild voor de regen. De rest was naar Ezumazijl gevaren.

Toen de regen stopte, toonde Barry veel begrip voor mijn urgente verzoek om ruimer water op te zoeken met ZeeFier. Heerlijk was het: Met zoveel wind is ZeeFier een genot om te zeilen.

Willem had heel handig het eten gereserveerd in het strandpaviljoen in Oostmahorn. Het ligt praktisch tegenover het eiland. Veel handiger dan Lauwersoog. We werden vriendelijk ontvangen. De waarschuwing dat misschien niet al het eten tegelijk op tafel zou staan bleek voor niets: Het lukte toch wonderwel en smaakte erg goed. Eliza kwam mee-eten en één jaar oude gesprekken werden al snel voortgezet.

Na het eten namen we nog wat water in en voeren terug naar het eiland. De zonsondergang was spectaculair. Ik heb er zoveel foto’s van gekregen dat het moeilijk kiezen was.

Zonsondergang op het LauwersmeerEenmaal op het eiland hadden een paar enthousiastelingen de fik al aan de gang. Nadat de rondzit was geïmproviseerd, werden bier, wijn en whisky gedeeld alsof we in de communistische heilstaat waren. Ymke had de rol van bard op zich genomen en had dat heel serieus aangepakt. Ze had een breed oevre en had zelfs prints van de songteksten meegenomen: 10CC, Neil Young, The Beatles en meer.

Kampvuur op zaterdag

Helaas is Ymkes optreden niet vastgelegd. Er is wel een filmpje, maar Ymke, bescheiden als ze is, hanteerde zelf de camera toen Simon op de gitaar speelde, Mark op de mondharmonica, Willem als leadzanger en de rest trommelend en wiegend. Mats improviseerde vrolijk voort en liet iedereen van het dak af komen. Mijn huisgenoten kijken me meewarig aan nu ik het filmpje laat zien, maar een gloeiend welbevinden maakt zich van me meester.

De zondag kwam aarzelend op gang, maar, zoals zo vaak na een nacht in de buitenlucht, geen kater! Mark was wel geveld door een enorme keelontsteking. Dokter L. kon gelukkig wel de relevante medicijnen te voorschijn toveren en Margreet had nog wat ijs dat hielp tegen de zwelling.

Barry floot op zijn Shakuhachi als begeleidingsmuziek bij de tai-chi oefening van Louis, Willem en Margreet. Het was bijzonder passend.

Tai chi op zondag

Tai chi op zondag

Mark en Ymke hadden nog één andere taak: de wisselbokaal overdragen. Hans en Margreet kregen de bokaal wegens uitzonderlijke verdienste in het veld. Hans was zichtbaar geroerd, wat extra bijzonder is als je weet dat ze eindeloos vaak de Dorestad Raid hebben gewonnen. Ik vind het stoer als een man zijn emoties toont.

Na nog een schoonmaakrondje over het eiland hesen Barry, Mark en ik de zeilen met de bagage aan boord en keerden terug naar Zoutkamp. Enmaal in de haven bleek dat een Duitse zeiler foto’s van de raidboten had gemaakt en ze me zou e-mailen. Dat heeft Florian inderdaad gedaan:

Wuptem! (foto: Florian Bertzbach)

Het afscheid in de haven was pijnloos want we gaan elkaar zeker weer zien.

Voor ZeeFier was de reis echter nog lang niet klaar. Barry en ik voeren haar terug naar Dokkum en pakten daar de bus naar huis. Op de donderdag erna bracht Mirjam mij met een auto vol kunst en hond naar Dokkum. Mijn plan was om ZeeFier als drijvende galerie in te zetten tijdens het bezoek van de Reuzen van Royal de Luxe aan Leeuwarden. Louis kwam nog langs met sokkels, die ik uiteindelijk niet gebruikte. Wel ruilden Louis en ik een kompas tegen een paardje.

Na nogmaals een speciaal (hoger) tarief voor elektrisch varen afgerekend te hebben, begon ik aan wat een herwaardering van Dokkum en de bijbehorende Ee zou worden. Cookie was aanwezig in de rol van harig hulpje.

De Ee was prachtig: oude fabrieken langs de kant, veel riet en mooie wolkige vergezichen. Ik had er jaren eerder een keer gevaren maar toen was het de hele weg slecht weer en had ik me geërgerd aan een lelijke nieuwbouw wijk langs de Ee. Dat negatieve beeld kon ik nu bijstellen. Het was wel nodig af en toe mijn ZuidWester op te zetten, maar ach, dat hoort erbij. Pas bij het Leeuwarder Bos moest ik Cookie echt uitlaten. We deden een rondje en vlak voor de afvaart dook Cookie opeens een tuin van een woonboot in. Logisch, want er was geen hek. Gelukkig is C. met een traktatie snel weer tot rede te bewegen.

Ik had in Dokkum gehoord dat de Prinsentuin vol lag, dus we gingen het meemaken. Net om de hoek van de Noorderbrug besloot ik te voet te gaan verkennen. Eerst getracht wat Duitsers  plek te laten maken, maar ze hadden allemaal juridische bezwaren en een Termin bij een restaurant. In de oksel van de Noorderbrug vond ik een plekje, dat ik na toestemming van de brugwachter betrok. Knap staaltje stuurmanswerk al zeg ik zelf. Maar het kon nog beter, zag ik vrijdagmiddag.

Op de ligplaats moest ik nog stroom zien te krijgen. Dat lukte bij mijn vriendelijke buren waarvan ik stroom mocht tappen. Vier Hertog-Jans en 1 blikje fris voor een jongen, die ZeeFier wel van dichtbij wilde bekijken, herstelden de morele onbalans.

Vrijdagmiddag opende ik de tentoonstelling: Ik had het Taartvorkdraakje op de wal gezet met een bordje ‘Expo’ en nog een aantal werken aan boord, waaronder Jager en Technophobia.

Om een uur of vijf voer een tall ship door de Noorderbrug, de ra passeerde (sorry, die moest er gewoon uit) ra-kelings de brug. Impressive. Ik applaudiseerde.

Ondanks mijn pogingen de aandacht te trekken had ik alleen contact met mijn Duitse buren, die met zijn vieren op een klein bootje enorme tochten hadden gemaakt op het Wad en het IJsselmeer. Erg aangenaam gezelschap.

Op zaterdag verhuisde ik naar de overkant en hees de fok. Dat trok ook geen volk, helaas. Oh well. Ik bleef, had trouwens niet veel keus, ook.

Op zondag zaten we met de hele familie eerste rang toen de reuzen op pramen voorbij kwamen varen. Onze plek was niet helemaal velig bleek toen de salonboot Gaasterland aan kwam varen en wij door handhavers werden gelast te vertrekken. Dat deed ik niet, want ik lag op een ongemarkeerde plaats, netjes voor een lint. De salonboot wilde aanleggen en werd uitgefloten door het publiek op de kant, want zij zouden ook hun zichht verliezen als ze daar aanmeerde. Al snel bleek dat de burgemeester van boord moest (onthaald op eenfluitconcert tijdens hét evenement van de culturele hoofdstad, het was wat). Met de beste stuurman weer aan wal voer de Gaasterland verder.

Wij konden nog één keer genieten van de Reuzen.

Op maandag 19 augustus ben ik uiteindelijk naar huis gevaren. Aanvankelijk kon ik de Prinsentuin niet uit vanwege de zwemtocht van Maarten van der Weijden. Om 18:20 ging de brug toch open en na nog eens twee uur varen kon ik thuis aanmeren.

ZeeFier had zich in alle opzichten aan de omstandigheden aangepast: Pakjesboot, ontbijttent, kroeg en galerie. Het was weer een feest.