jippppiiii….….!

was de reactie van Eilert op de uitnodiging voor de NoorderRaid 2017. Dat het er toch van is gekomen, kwam door zoon Ben die vroeg of er dit jaar weer een zeilweekend zou zijn. Boven een goed bord Indonesisch eten in Groningen maar eens aan Louis gevraagd hoe hij er over dacht. Louis is aan het genieten en al die organisatie past daar niet goed bij. Dus pakte ik de handschoen op, maar dan voor mij behapbaar: back to basics zonder gedoe over geld, want dat zou maar stress geven.

Gevolg was dat elke boot zelfvoorzienend moest zijn en dat er geen band en geen tent zou zijn. Tot mijn verrassing werd er enthousiast gereageerd op mijn uitnodiging voor een raid onder Spartaans regime.

Donderdagavond 10 augustus kreeg ik een warm welkom bij Mark en Max, aan boord van de Minne, een prachtige stalen zeilsloep uit de jaren vijftig, die vader en zoon liefdevol hadden gerestaureerd de afgelopen drie jaar. De Wuptem en de ‘Jewell’ lagen ook al in de haven. Vrijdagochtend was ik vroeg wakker, bracht nog wat lijnen op orde en haalde met Mark ontbijt in Zoutkamp. Het is een mooi dorp met veel verwijzingen naar betere tijden. Hoewel, toen was stank een teken van welvaart.

Vrijdagochtend druppelden de boten gemoedelijk binnen. Mijn zeilmaat Barry kwam aan met proviand en een veelbelovende fles whisky. Anton meldde zich af wegens ziekte. Willem zat in de file, maar kwam uiteindelijk redelijk op tijd binnen. Bij de koffie (spontane actie van Eliza, maar betaald door Hans) hield ik een kort palaver. Heuglijk nieuws: de gemiddelde leeftijd daalt (dankzij Willem die zowel zijn zoon als kleindochter had meegenomen). De sfeer was als vanouds ontspannen. De wind kwam opzetten, dus iedereen stond te popelen om naar het eiland te zeilen. Geen tussenstop op de steiger dit keer, omdat Kees en zijn knoflooksoep  op Schier waren gebleven.

Vrijdagochtend in t Hunzegat

Vrijdagochtend in t Hunzegat

ZeeFier was weer pakjesboot, maar ze had niet veel vracht, alleen het voordek was redelijk gevuld. Willem was zijn schoten vergeten en daardoor moest er wat geïmproviseerd worden. Martijn, Mark, Barry, Louis en ik konden even lekker prutsen en na een kwartiertje kon de familie Leopold weer varen.

De wind was aardig aangewakkerd bij vertrek, dus we geraakten vlot bij het eiland. De Slenk opvaren is altijd weer mooi: grazende hooglanders en paarden die zo het water in kunnen lopen, geen verkeerslawaai en veel vogels.

Hooglanders langs de Slenk (foto. E Voss)

Hooglanders langs de Slenk (foto. E Voss)

Op het eiland was een plekje langs de kade vrijgehouden voor ZeeFier. We zorgden voor onderdak, groeven een latrine en zetten er Louis’ handige bril overheen. Terwijl we daarmee bezig waren, kwamen we een vader met zijn zoon van zes tegen op zoek naar brandhout. Na het eten zochten we het jochie op en vroegen of hij ons kampvuur aan wilde steken. Hij stond in drie tellen naast de boot in zijn pyama. Onze jonge vuurmeester kreeg het vuur met 1 lucifer aan. Superenthousiast sprokkelde hij al het hout binnen bereik en sleepte uiteindelijk drie metselkuipen resthout van Albert naar het vuur.

Aankomst op het eiland

Aankomst op het eiland

Het werd een prachtfik en we raakten aan de praat met de ouders. Gedurende de avond kwamen er nog meer wildvreemden rond het vuur zitten. Dat was nieuw, maar wel heel gezellig. Drank en snacks werd ruimhartig gedeeld rond het kampvuur. Ook muzikaal was er wat te beleven: Simon, Mark, Joris, Ymke en Dorien bespeelden de gitaar en probeerden de groep te verleiden mee te zingen. Als organisator moest ik natuurlijk wel tot het eind toe blijven toezien op de gang van zaken, dus dat was best zwaar 😉

Gezellig rond het vuur (foto: M. Leopold)

Gezellig rond het vuur (foto: M. Leopold)

Zaterdag werd het half elf voordat er een palaver kwam, maar niemand had echt haast. Louis en Willem hadden zich gewijd aan tai-chi en er waren wat dappere zielen gaan zwemmen.  We hadden geen echt plan die dag, behalve om 18:00 uur vis eten in Lauwersoog. Omdat het inmiddels aardig waaide deelde ik het meer in drie delen en vroeg Louis en Mark op een deel van het meer te patrouilleren  voor het geval er een boot om zou slaan.

Barry en ik voeren met ZeeFier noordwaarts en moesten op smal water kruisen. Dat is altijd een uitdaging, maar we pasten de beschoting naar het voorzeil aan en stuurden alleen met de zeilen waardoor we voldoende snelheid konden houden. Dat was leuk om te doen. Louis was met een groep bootjes op weg naar Oostmahorn. Mark meldde zich al vrij snel: de helmstok was gebroken en hij moest terug naar Zoutkamp. Een domper op de eerste vaart, maar hij hield moed.

Barry en ik deden onze ‘patrouille’ door met halve wind de plas af te scheuren. We voerden een dubbel rif en dat was nodig, want het waaide best hard (4+). Het was wel heerlijk varen en bleef nog droog ook. Rond vier uur meerden we af naast de Koh-I-Noor en de IKA. We hingen wat rond en hielpen de eigenaar van Waddeninzicht een botenkraantje weer in beweging te krijgen, want echt helemaal niets doen en een ander zien werken lukte mij niet.

Hangjongeren

Hangjongeren aan het Lauwersmeer

Toen het tijd werd naar Lauwersoog te gaan, meldde Mark zich. De helmstok was bij t Hunzegat weer mooi gefixed en hij zou ook vis komen eten in Lauwersoog. Er was zelfs nog wat wind over, dus dat was mazzel.

Op de steiger in Lauwersoog was het een gezellig drukte met raidboten, witte wijn en borrelnoten. De bemanning van Huibertje had het zwaar gehad: veel buiswater en geen zeilpakken.

Huibertje op het Lauwersmeer

Huibertje op het Lauwersmeer

Barry en ik wachtten met Arda, Marks vrouw, op de binnenkomst van de Minne. De rest kon de verleidingen van Lauwersoog niet langer weerstaan. Mark, Ymke en Max hadden toch nog lekker gezeild. De helmstok was van een nieuwe wang voorzien.

De vis was heerlijk bij Sterkenborg, waar ze met minder mensen dan bij de Mac toch prima maaltijden eruit stampten. Dorien, die op het eiland was gebleven, vertelde dat de Hermandad nog langs was geweest en vragen had gesteld over de tenten. Ze hebben nog gezocht naar troep, maar die was er niet, want Eelke had de vuurplek al keurig opgeruimd.

Terug moesten we weer kruisen, wat niet zo vlot ging deze keer. We liepen zelfs even vast. De Lizzy Bend was ons in ongeveer vier slagen gepasseerd. We liepen als een spookschip met het laatste licht binnen. De groep had rijkelijk brandhout meegebracht, dus het was al gezellig bij de vuurplaats. Mark kreeg Eliza herhaaldelijk op de kast door ‘genderspecifiek’ te zeggen. Heerlijk om naar te kijken.

Ymke speelde Neil Young, wat ik erg mooi vond. Toen we met z’n vijfen waren begon het te regenen. We zetten voort op ZeeFier, waar ik mocht genieten van Ymke en Simon die deux main gitaar speelden en Barry die ons betoverde met zijn Japanse fluit.

Zondag een slow start met een zwempartij en een goed ontbijt. Het palaver wilde ik graag achter de rug hebben, want ik houd niet zo van speechen, maar de groep  ging  op een rij tegenover me staan. Dat hielp niet, maar Eliza had gelukkig een afleidingsmanoeuvre: de bokaal, waar ze een windvaantje aan had gezet. Ik reikte hem uit aan Mark en Ymke voor mooiste boot en beste gitaarspel. De volgende winnaar moet van goede huize komen.

Op mijn voorstel ruilden de bemanningen (eh bemensingen) zoveel mogelijk van plaats voor een laatste rondje om het eiland. Albert en Marja gingen met mij mee. Al snel had Albert de touwtjes in handen. Hij wilde de hoeveelheid twist bovenin het zeil aanpassen. Ik had altijd gedacht dat er zo min mogelijk twist in moest, maar liet Albert zijn gang gaan. Alberts aanpassingen hielpen erg op deze aan de windse koers en ook op de terugweg was er een merkbaar verschil. Leuk om iemand anders naar je boot en zeilen te laten kijken dus. Louis had ook een mooie ervaring: hij had het roer losgelaten op de Le Seil van Eelke en Marja, waardoor ze ging tollen.

Jan, Mark, Ymke, Albert en Dorien namen op het eiland al afscheid. De rest voer op ruime koers terug. Roos stuurde de Koh-I-Nohr ontzettend strak langs de geul waardoor ze ons rechts inhaalden, maar even later konden Barry en ik ze toch weer inhalen door melkmeisje te varen.

Duel op de Slenk (foto; E. Voss)

Duel op de Slenk (foto: E. Voss)

ZeeFier op de Slenk (foto: E. Voss)

ZeeFier op de Slenk (foto: E. Voss)

We sloten af onder het prettige vooruitzicht elkaar volgend jaar het tweede weekend van augustus weer te zien.

Naschrift 28 augustus:

De NoorderRaid is pas echt afgelopen als ZeeFier weer thuis is. Zondag de 20e wilde ik haar terugvaren vanuit Zoutkamp in gezelschap van hond Cookie. Zowel de Slenk als het stuk vlak onder het eiland waren niet bezeild, het regende en het tuig raakte in de war. Ik ankerde om te schuilen en de boel te ontwarren. Ik had het niet gemerkt, maar mijn vaarboom was verdwenen, dus vastlopen zou ook een groot probleem zijn. Het ging steeds harder waaien. Zo hard dat ik met mijn motor het meer alleen kruipend over zou kunnen steken. Ik besloot terug te keren, maar kreeg toen zelfs het anker niet los op eigen kracht. Een voorbijvarende motorboot hielp.

Dinsdag de 22e een nieuwe poging, samen met zoon Ben. Een windje van 2-3 en prachtig weer deze keer. Ben stuurde en ik kon daardoor op mijn gemak het zeil zetten en strijken. Mooi op tijd door de sluis bij Dokkumer Nieuwezijlen, waar ik overigens naast dezelfde motorboot lag die me de zondag ervoor uit de brand had geholpen. Ben en ik besloten te meren bij Alde Lunen. Mooi plekje met een kudde paarden in de wei. We wilden een vuur maken maar er was nergens hout te bekennen, dus het bleef bij een kaarsje. We zetten de tent niet op en sliepen onder een prachtige sterrenhemel.

We werden veel te vroeg wakker, omdat een boer ‘s nachts maaide. We streken de masten en voeren naar de sluis bij Zwaagwesteinde. Daar konden we meteen schutten samen met een andere elektro-sloep. Ben was wel benieuwd naar de handmatig bediende sluizen op deze nieuwe route. De route zelf leidt door prachtige natuur boven Veenwouden.  Twee keer moesten we samen met een andere sloep door de sluis. Deuren open- en dichtdraaien, sluis vullen, sluis legen, alles met de hand. Leuk om te doen, maar best zwaar, dus wisselden we af. Op de andere boot zaten overwegend meiden, die mijn vraag hoe feministisch ze waren, niet helemaal begrepen, maar ze hielpen uiteindelijk toch met het opendraaien.

Bij de eerste sluis kwam ik Andŕe tegen onder de toeschouwers. Hij verzekerde mij dat hij volgend jaar wel mee zou doen met de NoorderRaid, dus de eerste aanmelding is alweer binnen.

Via Ryptjserk en een zwempartij op de Grutte Wielen vervolgden we onze tocht. Superweer; nog nooit zoveel boten op het water gezien. Het enige minpuntje was de ontlading van de accu’s die bij thuiskomst net onder de 25% stonden. Deze reis moet dus voortaan in 2 etappes met laden tussendoor worden ondernomen.