Oorsponkelijk zeilplan

De sloep had oorspronkelijk een emmerzeil van bijna 27m2

Oorspronkelijk zeilplan van Verhoef

Oorspronkelijk zeilplan van Verhoef

Van het tuig resteerde alleen een mast van 5 meter 80. De positie van de mastvoet was veranderd in de loop der tijden. Ik heb overwogen dit tuig te reconstrueren, maar werd al snel volledig in beslag genomen door andere zeilvormen.

De zeilvorm

De belangrijkste puzzel van mijn zeilplan werd een zo groot mogelijk zeiloppervlak bij een zo klein mogelijke masthoogte. Ik wilde namelijk de mast in de bodem van de boot kunnen leggen om zo toch te kunnen sloepen.

In de zoektocht naar de oplossing kwam ik op allerlei zeilen: het latijnzeil en het crab claw zeil. Het latijnzeil biedt een enorm oppervlak bij een korte mast maar is moelijk te reven en moelijk om mee overstag te gaan. Het crab claw zeil schijnt  het meest efficiënte zeil te zijn dat er bestaat. Het leek mij echter moeilijk om hiermee van koers te veranderen. Bovendien vond ik het toch een beetje TE vreemd. Ik weet niet meer hoe ik op het jonkzeil ben gestuit maar al lezend op de nieuwsgroep kwam ik er achter dat dit zeil veel oppervlak bij een korte mast kon bieden en dat ik het bovendien zelf zou kunnen maken. Toen was ik verkocht.

Zeilplan

In het boek Practical Junk Rig van Hasler en McLeod staat heel gedetailleerd uitgelegd in welke stappen je een jonk zeilplan kunt ontwerpen. Ik heb daar dankbaar gebruik van gemaakt. Met name de manier waarop je het lateraal middenpunt van de romp en van je zeilplan kunt uitrekenen en aan de hand daarvan wat de ‘lead’ gaven me de indruk in goede handen te zijn. De ‘lead’ slaat op het percentage van de waterlijn dat je mast staat ten opzichte van het het lateraal middenpunt van je boot.

Zeilplan jonktuig

Zeilplan jonktuig

Van mast naar masten

Ik wilde mijn mast in de boot kunnen leggen onder een dubbele vloer, zodat er ook nog gewoon gesloept kon worden. Dat betekent een maximumlengte van 6 meter per mast. Omdat de sloep oorspronkelijk ongeveer 27 m2 zeiloppervlak had en omdat je met een jonktuig ongeveer 10% meer zeil kan voeren, koos ik  voor twee masten. De positie van de masten moet je bepalen door de afstand van het drukmiddelpunt van de zeilen tot het lateraal middelpunt van je boot. In PJR heet dit ‘lead’.

In het boek wordt een vuistregel gegeven over de hoeveelheid ‘lead’ die je met een jonktuig mag hebben. In andere publicaties wordt deze vuistregel echter aardig opgerekt. Na veel heen en weer kwam ik tot de conclusie dat ik de bestaande mast wilde behouden. De voorste mast zou helemaal tegen de boeg aan moeten.

Sailcut

Een ontzettend handig programma is Sailcut. Het is gratis te downloaden en er is zowel een jonktuig versie als een gewone. Met Sailcut maakte ik in vijf minuten een zeil van de gewenste grootte. Een screenshot uit Sailcut bewerkte ik met Irfanview  zodat ik alleen het zeil overhield. Deze plakte ik in OpenOffice Draw en schaalde hem daar naast een dimension line. Zo kon ik heel snel zeilen op mijn boot plakken. Ik heb dan ook wel 50 varianten gemaakt of zo. Heerlijk, wat een ontwerpwalhalla.