Het zeil
Voor het zeil heb ik leren naaien. Het is nog steeds een goeie grap dat ik waarschijnlijk de gordijnen zal naaien voor ons nieuwe huis. Zo geëmancipeerd zijn we toch nog niet. Naaien is leuk: je hebt vrij snel resultaat en als je niet te veeleisend bent krijg je best wat nuttigs uit handen.
De bolling in het zeil wordt niet beschreven in PJR (werd door de auteurs niet nodig geacht). De consensus is tegenwoordig dat het wel beter is om bolling te hebben in het doek, maar je kunt ook je staken laten scharnieren. Dat laatste vind ik wel heel interessant. Het eerste heb ik bewust niet gedaan om makkelijk mijn zeil te kunnen maken. Meer bolling in je zeil schijnt er echter ook voor te zorgen dat je schuiner gaat. Zonder kiel van betekenis laat ik dat nog maar even.
De staken
De staken moeten eigenlijk van aluminium zijn op mijn alu schip, maar dat is best duur en het moet geverfd anders wordt het zeil zwart. Bovendien vond ik de dikte niet heel makkelijk te bepalen. Op de nieuwsgroep is er wel van alles over te vinden. Ook bamboe heb ik overwogen maar dat is in grote diktes (4-5cm) ook niet heel goedkoop.
Uiteindelijk koos ik voor gerecyclede pvc buis (recypipe) van Wildkamp. Voor € 50 per zeil was dat nog te overzien. De buizen vulde ik met bezemstelen, ook van Wildkamp. Deze hielpen niet heel goed om het pvc stijf te houden omdat ze maar 150 cm lang zijn. Deze slappe staken heb ik dus nu op het voorzeil geplaatst waar meer bolling denk ik wel goed is, maar dat moet nog blijken. Stijvere staken maakte ik met pvc buis van 40mm gevuld met pannelatten. Met een stuk tape op de buis kun je aangeven hoe de lat in de buis zit, zodat je de buis zelfs nog kan draaien om hem van stijfheid te veranderen.
Dubbele schoten en euphroe
De meest gangbare beschoting van een jonkzeil zit achter op de staken. Hiervoor is echter best wat ruimte achter het zeil nodig en die had ik met mijn twee masten niet meer. Omdat ik ook geen lelijke boom achter uit mijn boot wilde laten steken, koos ik voor dubbele schoten. Aan elke kant van het zeil zit dan een schoot, die verder hetzelfde is als de schoot achteraan het zeil.
Het zeil van het jonktuig wordt door de schoten op elke staak behalve de bovenste 1 of twee gecontroleerd. Als je de schoot nou ook nog door een blok hout laat lopen kun je met de frictie van de schoot de verticale bolling van je zeil bepalen. Dit spelen heb ik met Pinksteren 2008 voor het eerst gedaan en het is echt heel leuk om te doen. Dat blok heet overigens een ‘euphroe’, een Engelse verbastering van het Nederlandse ‘juffer’.
Het lijkt me een leuke sport om met een GPS ernaast te proberen je snelheid te verhogen. Een GPS kan niet alleen je positie bepalen maar ook je snelheid.
Terug naar de euphroe: deze heb ik zelf gemaakt van een blok mooi hout (ik denk ceder). Ik heb er gewoon rechte gaten ingeboord voor de schoot die 4 mm groter zijn de schootdikte. Tot nu toe bevalt deze hoeveelheid frictie prima. Echte slimmerinkken gaan het gat natuurlijk aanpassen aan de positie van de schoot op het zeil. Als je het zeil bovenin altijd strak wilt houden maak je boven in je juffer een kleiner gat. Zo slim was ik niet toen ik mijn juffers maakte. Gecompleteerd met twee touwschijven kwam ik toch nog redelijk goedkoop weg. De blokken heb ik in een bak met lijnolie gezet en goed laten trekken. Ik verwacht dat maar één keer per jaar te hoeven doen (boot ligt altijd onder zeil).