een Verhoef sloep met een jonktuig

Author: admin (Page 4 of 4)

ZeeFier naar Innovaar in Lemmer

ZeeFier ligt weer op de kant in Lemmer. Albert Idzinga van Innovaar zal er een plaatkiel van 33 cm onder zetten en de Stille Boot zal de elektro motor opnieuw inbouwen want die heeft het sinds juni niet meer gedaan.

Het was een hele toer om de boot in Lemmer te krijgen: de gehuurde trailer was nog niet ingeleverd dus het hele plan dreigde in het water te vallen. Gelukkig kreeg mijn vader een auto-ambulance van 11 meter mee. De buitenboordmotor die ik provisorisch had vastgemaakt wilde wel starten, maar sloeg steeds af. Ik heb nu nog spierpijn van het trekken aan het startkoord. Een andere stuurman startte net zijn buitenboordmotor en was ook op weg naar de bootlift. Een sleepje kon er echter niet af. Ik heb er niet zo heel veel begrip voor als je elkaar niet helpt op het water. Uiteindelijk hebben we de sloep maar verhaald naar de bootlift. Ging prima, want er was nauwelijks wind.

De boot kwam met een flinke plak aangroei uit het water, maar na de afspuitbeurt zag de laklaag er nog prima uit. Niet één kaal stuk. Daar was ik erg opgelucht over. Ik had namelijk nog geen anodes onder het schip gezet en had al veel horrorverhalen gehoord over aluminium dat weggevroten was door stalen schepen.

In Lemmer aangekomen moesten we boot en trailer over hobbelig en modderig terrein onder de kraan van de Varia Nova zien te krijgen. Het was maar goed dat er twee 4-wheel drives waren anders was dat nooit gelukt.  Nu ligt de ZeeFier bovenop het luik van de Vario Nova- de coaster waarin Albert zijn werkplaats heeft. Het is een stoer schip en Albert heeft er mooie plannen voor.

Nu de ZeeFier in goede handen is kan ik met Louis wat ‘arm chair sailing’ doen over het zeilplan en mastpositie. Daarover snel meer.

Een electromotor – maar welke?

Ik ben me sinds 2005 gaan oriënteren op electrische aandrijving van schepen. Ik ben snel lid geworden van de stichting Electrisch Varen. Zij geven een blad uit waar ik veel van heb geleerd.

Ik heb nooit een configuratie overwogen waarvoor ik de as door de kiel moest voeren. Wel heb ik een vrijage gehad met een tweemotorige inboard (twee assen maar niet door de kiel) en twee electrische buitenboordmotoren in een bun overwogen.

Uiteindelijk kwam ik op het spoor van de POD: een motor die in zijn geheel onder de boot hangt. Deze configuratie heeft als voordeel dat de motor goed gekoeld wordt door het langsstromende water en dat er geen wrijving of verlies is door een as of een tandwiel. In het geval van de POD zit de schroef vrijwel altijd direct vast aan de motoras.

Mijn eisen aan de motor heb ik in een offerteaanvraag electromotor samengevat. Dat werd in de meeste gevallen wel goed opgepakt, maar in één geval werd ik gewoon uitgelachen. Nou ja. Klantvriendelijk Nederland in de bocht.

Na wat heen en weer heb ik gekozen voor de stille boot: ze namen mijn aanvraag het meest serieus en we hebben er inhoudelijk diep over gesproken. Zij onderschreven ook mijn keuze voor een POD motor en hebben me toen de keuze tussen een Aquamot en een Arka POD motor voorgelegd. Qua prijs zat er niet veel verschil tussen. Ik heb voor Arka gekozen omdat het een Nederlands bedrijf is waarvan ik verwachtte makkelijker service te kunnen krijgen.

Terugkijkend heb ik het grootste deel van mijn wensen en eisen uit de offerteaanvraag vervuld weten te krijgen: een generator zorgt voor noodstroom, de installatie is stil en stuurt als een beest. Met een accupakket van 8 Fullriver AGM 225Ah/6V accu’s verwacht ik op kruissnelheid zo’n drie uur achter elkaar te kunnen varen. De meter geeft keurig aan hoeveel vaartijd nog resteert. In de installatie van de Stille boot zijn twee laders opgenomen: één 1800W en een 700W lader. Daarmee kun je dus op elke straathoek opladen en als dat niet lukt, start je de Honda generator.

Electrische aandrijving – waarom?

In de sloep zat toen ik hem kreeg een Volvo Penta MD 1B motor (ik schat uit 1974). Dit was een één-cilinder diesel motor met 10 PK. Voor de diesel was een oude benzinetank van een vrachtwagen aan boord gemonteerd, waar ik zelf een waterfilter tussen heb gezet.

Met die diesel ging van alles mis: we hebben een keer een vastloper gehad, de brandstofpomp hield er wel eens mee op en de koppeling was niet meer jofel. De schroefas voor de diesel was links uit het midden gemonteerd omdat er geen schroefraam in de boot zat. Dit betekende dat als de motor het deed, je flink hard naar stuurboord moest duwen omdat de boot altijd naar bakboord wilde. Je kon het roer dus ook niet even loslaten.

Nu had ik natuurlijk een nieuwe diesel kunnen laten monteren en de schroefas netjes in het midden kunnen laten monteren. Een 10 PK motor was absoluut voldoende dus duur is dat niet. Maar ik wilde heel graag uit de herrie, een schone bilge en ik wilde vooral de boot niet aanpassen. Ik vond het eng om door die kiel heen een nieuwe as te voeren en een schroefraam te laten maken.

Het argument van velen om electrische aandrijving niet te overwegen is: “wat als de accu’s leeg zijn?”. Daar is een simpel antwoord op: neem een groter accupakket en/of neem een kleine generator aan boord voor noodgevallen.

Zeilplan

Oorsponkelijk zeilplan

De sloep had oorspronkelijk een emmerzeil van bijna 27m2

Oorspronkelijk zeilplan van Verhoef

Oorspronkelijk zeilplan van Verhoef

Van het tuig resteerde alleen een mast van 5 meter 80. De positie van de mastvoet was veranderd in de loop der tijden. Ik heb overwogen dit tuig te reconstrueren, maar werd al snel volledig in beslag genomen door andere zeilvormen.

De zeilvorm

De belangrijkste puzzel van mijn zeilplan werd een zo groot mogelijk zeiloppervlak bij een zo klein mogelijke masthoogte. Ik wilde namelijk de mast in de bodem van de boot kunnen leggen om zo toch te kunnen sloepen.

In de zoektocht naar de oplossing kwam ik op allerlei zeilen: het latijnzeil en het crab claw zeil. Het latijnzeil biedt een enorm oppervlak bij een korte mast maar is moelijk te reven en moelijk om mee overstag te gaan. Het crab claw zeil schijnt  het meest efficiënte zeil te zijn dat er bestaat. Het leek mij echter moeilijk om hiermee van koers te veranderen. Bovendien vond ik het toch een beetje TE vreemd. Ik weet niet meer hoe ik op het jonkzeil ben gestuit maar al lezend op de nieuwsgroep kwam ik er achter dat dit zeil veel oppervlak bij een korte mast kon bieden en dat ik het bovendien zelf zou kunnen maken. Toen was ik verkocht.

Zeilplan

In het boek Practical Junk Rig van Hasler en McLeod staat heel gedetailleerd uitgelegd in welke stappen je een jonk zeilplan kunt ontwerpen. Ik heb daar dankbaar gebruik van gemaakt. Met name de manier waarop je het lateraal middenpunt van de romp en van je zeilplan kunt uitrekenen en aan de hand daarvan wat de ‘lead’ gaven me de indruk in goede handen te zijn. De ‘lead’ slaat op het percentage van de waterlijn dat je mast staat ten opzichte van het het lateraal middenpunt van je boot.

Zeilplan jonktuig

Zeilplan jonktuig

Van mast naar masten

Ik wilde mijn mast in de boot kunnen leggen onder een dubbele vloer, zodat er ook nog gewoon gesloept kon worden. Dat betekent een maximumlengte van 6 meter per mast. Omdat de sloep oorspronkelijk ongeveer 27 m2 zeiloppervlak had en omdat je met een jonktuig ongeveer 10% meer zeil kan voeren, koos ik  voor twee masten. De positie van de masten moet je bepalen door de afstand van het drukmiddelpunt van de zeilen tot het lateraal middelpunt van je boot. In PJR heet dit ‘lead’.

In het boek wordt een vuistregel gegeven over de hoeveelheid ‘lead’ die je met een jonktuig mag hebben. In andere publicaties wordt deze vuistregel echter aardig opgerekt. Na veel heen en weer kwam ik tot de conclusie dat ik de bestaande mast wilde behouden. De voorste mast zou helemaal tegen de boeg aan moeten.

Sailcut

Een ontzettend handig programma is Sailcut. Het is gratis te downloaden en er is zowel een jonktuig versie als een gewone. Met Sailcut maakte ik in vijf minuten een zeil van de gewenste grootte. Een screenshot uit Sailcut bewerkte ik met Irfanview  zodat ik alleen het zeil overhield. Deze plakte ik in OpenOffice Draw en schaalde hem daar naast een dimension line. Zo kon ik heel snel zeilen op mijn boot plakken. Ik heb dan ook wel 50 varianten gemaakt of zo. Heerlijk, wat een ontwerpwalhalla.

Het jonkzeil

Het zeil

Voor het zeil heb ik leren naaien. Het is nog steeds een goeie grap dat ik waarschijnlijk de gordijnen zal naaien voor ons nieuwe huis. Zo  geëmancipeerd zijn we toch nog niet. Naaien is leuk: je hebt vrij snel resultaat en als je niet te veeleisend bent krijg je best wat nuttigs uit handen.

De bolling in het zeil wordt niet beschreven in PJR (werd door de auteurs niet nodig  geacht). De consensus is tegenwoordig dat het wel beter is om bolling te hebben in het doek, maar je kunt ook je staken laten scharnieren. Dat laatste vind ik wel heel interessant. Het eerste heb ik bewust niet gedaan om makkelijk mijn zeil te kunnen maken. Meer bolling in je zeil schijnt er echter ook voor te zorgen dat je schuiner gaat. Zonder kiel van betekenis laat ik dat nog maar even.

De staken

De staken moeten eigenlijk van aluminium zijn op mijn alu schip, maar dat is best duur en het moet geverfd anders wordt het zeil zwart. Bovendien vond ik de dikte niet heel makkelijk te bepalen. Op de nieuwsgroep is er wel van alles over te vinden. Ook bamboe heb ik overwogen maar dat is in grote diktes (4-5cm) ook niet heel goedkoop.

Uiteindelijk koos ik voor gerecyclede pvc buis (recypipe) van Wildkamp. Voor  € 50 per zeil was dat nog te overzien. De buizen vulde ik met bezemstelen, ook van Wildkamp. Deze hielpen niet heel goed om het pvc stijf te houden omdat ze maar 150 cm lang zijn. Deze slappe staken heb ik dus nu op het voorzeil geplaatst waar meer bolling denk ik wel goed is, maar dat moet nog blijken.  Stijvere staken maakte ik met pvc buis van 40mm gevuld met pannelatten. Met een stuk tape op de buis kun je aangeven hoe de lat in de buis zit, zodat je de buis zelfs nog kan draaien om hem van stijfheid te veranderen.

Dubbele schoten en euphroe

De meest gangbare beschoting van een jonkzeil zit achter op de staken. Hiervoor is echter best wat ruimte achter het zeil nodig en die had ik met mijn twee masten niet meer. Omdat ik ook geen lelijke boom achter uit mijn boot wilde laten steken, koos ik voor dubbele schoten. Aan elke kant van het zeil zit dan een schoot, die verder hetzelfde is als de schoot achteraan het zeil.

Het zeil van het jonktuig wordt door de schoten op elke staak behalve de bovenste 1 of twee gecontroleerd. Als je de schoot  nou ook nog door een blok hout laat lopen kun je met de frictie van de schoot de verticale bolling van je zeil bepalen. Dit spelen heb ik met Pinksteren 2008 voor het eerst gedaan en het is echt heel leuk om te doen. Dat blok heet overigens een ‘euphroe’, een Engelse verbastering van het Nederlandse ‘juffer’.

Jufferblok (euphroe) met schoot op achtergrond

Jufferblok (euphroe) met schoot op achtergrond (lazyjack aan linkerkant zichtbaar)

Het lijkt me een leuke sport om met een GPS ernaast te proberen je snelheid te verhogen.  Een GPS kan niet alleen je positie bepalen maar ook je  snelheid.

Terug naar de euphroe: deze heb ik zelf gemaakt van een blok mooi hout (ik denk ceder). Ik heb er gewoon rechte gaten ingeboord voor de schoot die 4 mm groter zijn de schootdikte. Tot nu toe bevalt deze hoeveelheid frictie prima. Echte slimmerinkken gaan het gat natuurlijk aanpassen aan de positie van de schoot op het zeil. Als je het zeil bovenin altijd strak wilt houden maak je boven in je juffer een kleiner gat. Zo slim was ik niet toen ik mijn juffers maakte. Gecompleteerd met twee touwschijven kwam ik toch nog redelijk goedkoop weg. De blokken heb ik in een bak met lijnolie gezet en goed laten trekken. Ik verwacht dat maar één keer per jaar te hoeven doen (boot ligt altijd onder zeil).

Opnieuw in de verf – botenloods Amsterdam – juli 2007

We hebben de sloep, toen deze nog in Amsterdam lag, één keer helemaal geverfd op de King William werf in 1999. De verf was toen koningsblauw van Phoenix. Dat zag er wel goed maar hechtte niet op alle plekken even goed: op de rand vielen er plakken af en onderwater nog meer. In juli 2004 zag het er niet meer zo goed uit:

De sloep in juli 2004

Stuurboorzijde sloep in juli 2004

Bakboordzijde sloep in juli 2004

Bakboordzijde sloep in juli 2004

Einde seizoen 2005 heb ik de sloep op de kant gehouden en wilde die winter de hele boot kaalhalen. Dat viel me zeer vies tegen zodat ik uiteindelijk voorjaar 2007 de sloep met een vrachtwagen naar Amsterdam heb laten brengen naar de botenloods op het KNSM eiland. Daar is de sloep helemaal kaal gehaald en opnieuw in de verf gezet (Hempel twee componenten systeem). Dat was ook geen simpel klusje omdat je op aluminium snel en secuur moet werken. Het resultaat was prachtig:

Sloep in de botenloods juni 2007

Sloep in de botenloods juni 2007

Uit de botenloods en weer op de vrachtwagen

Uit de botenloods en weer op de vrachtwagen

De kleur vind ik zelf prachtig: de hoeveelheid licht die erop valt laat de hele boot er anders uitzien.

De stootrand heb ik gepolijst maar niet verder behandeld (ik wilde varen). Anno 2008 wreekt zich dat een beetje: ik moet nu weer polijsten en er iets opsmeren. Wat wel opvalt is dat plekken die echt langdurig gepolijst zijn, nu nog vrijwel niet dof zijn.

P.S. Bedankt Diederik, Kees en verder iedereen van de botenloods. Wat een leuke club mensen om mee aan je boot te werken.

Bezoek klassieke schepen beurs 2008 – Enkhuizen

Ik bezocht deze beurs voor het eerst. Wat een verademing! Hier is nog tijd, hier genieten zowel de standhouders als de bezoekers van wat er allemaal te zien, proeven en ruiken is.

Terwijl het productaanbod helemaal niet overdreven groot is, loop je toch voortdurend kwijlend rond: al dat vakmanschap, die super afwerking, mooie materialen; in één woord: super!

Ik vond het heel leuk om te zien dat er mensen zijn net als ik die met veel liefde aan hun boot klussen, daarbij tien keer op hun bek gaan en toch tot een mooi resultaat komen. Met name die vindingrijkheid vind ik erg aantrekkelijk. Ik denk dat schippers altijd  het besef hebben gehad dat er meerdere wegen naar Rome zijn.

Die variaties zien in de relaxte sfeer was echt heel leuk. Volgend jaar zeker weer.

http://www.klassieke-schepen.nl

Newer posts »

© 2024 ZeeFier

Theme by Anders NorenUp ↑