Ben en ik voeren donderdag vooruit met Cookie. Er was af en aan regen. Aldtjserk was een aangename verrassing. Cookie poepte op de kade in Dokkum. Op dat moment gaf de brugwachter het signaal ‘opvaren’. Met een gevuld zakje de boot weer op en toch als eerste door de brug.

Bij Dokkumer Nieuwe Zijlen hebben we Cookie toch maar even echt een stukje uitgelaten in de jachthaven. Toen we weer wilden vertrekken griste Cookie zijn tot dan toe onaangeroerde bot van de boot en rende de vrijheid tegemoet. Het kostte ons de grootste moeite hem weer aan boord te praten. We hadden ook weinig steekhoudende argumenten als je al een bot in je bek hebt.

De hoofdmast liet zich niet echt zetten, dus zetten we alleen de voormast en gebruikten het laatste restje wind. Ik zat me steeds af te vragen wanneer de accu’s leeg zouden zijn (we hadden er al ruim acht uur varen opzitten), maar om half acht arriveerden we in Hunzegat met nog 65% capaciteit op de teller.

Vrijdagochtend bood het vertrouwde beeld: handen schudden, bootjes in het water, ZeeFier vol gooien. Behalve de Groningse naam voor gemberkoek (snotkouk) was er weinig schokkends aan het palaver. Wel is er nu een duidelijke streep tussen de zoute en de zoete NoorderRaid getrokken. Louis benadrukte dat er geen ondersteuning geboden zou worden aan buitenvaarders.

Vrijdagochtend in Hunzegat

Vrijdagochtend in Hunzegat

Cookie in een volgeladen boot

Cookie in een volgeladen boot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eerst was er geen wind en toen werd het toch nog een drie. Wel kruisen. Vond Nikki wel leuk om te doen. Met ZeeFier is timing en behoud van snelheid erg belangrijk om goed te kruisen. Als het niet lukt, kun je wel een zetje met de elektro motor geven. De pubers vonden het veel te lang duren, dus voer ik ook stukken op de motor. Uiteindelijk lagen Ben, Nikki en Djenna over Cookie heen gedrapeerd te slapen in het zonnetje bovenop de lading.

Ben op het nieuwe kraaienest

Ben op het nieuwe kraaienest

Nikki en Djenna aan het roer

Nikki en Djenna aan het roer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een steiger heerlijke selderij-soep en een yummie broodje garnaal gegeten. Lucas bleek helaas onderweg panne te hebben gekregen en wilde naar huis, zijn boot herstellen. Eilert redde Toon, wiens nagelbankje afbrak. ZeeFier heeft een missie en voer dus rechtstreeks naar het eiland. De meeste andere boten voeren noordwestwaarts om het eiland heen. Dat was best een ruig stukje zeilen begreep ik later.

Met hulp van Ubbo, Louis en later vele handen was de kooktent snel opgezet. Jan en Ben bekommerden zich om de latrine. Nikki en Djenna namen de inrichting van de kooktent voor hun rekening. Die eerste avond vliegt altijd om: bijpraten, dektentje opzetten, zwemmen. Voor je het weet is het eten gearriveerd. Lukas kwam ook mee, tot inkeer gebracht door zijn vrouw en Louis. We aten prima pasta van de Rode Haan met nog betere salade.

Ben kon niet wachten tot het vuur ontstoken zou worden. Toen het zover was, bleken er vele vuur-experts aanwezig te zijn. Kees kon zich niet bedwingen en bouwde eigenhandig het vuur. De kinderen stonden er bij en keken er naar. Ondanks de vele stuurlui dreigde het vuur toch nog uit te gaan, maar Ubbo’s super aansteker bracht uitkomst.

Zaterdagochtend vertrokken we, sans kinderen, naar Dokkumer Nieuwe Zijlen. De Mousa en de Wuptem (van Janko & Gerben-Jan en Hans & Margreet) waren naar het Wad gegaan. Er stond een straf briesje (4-5). Met het jonktuig van de ZeeFier ga ik daar eerst gewoon in. Reven kan altijd. In de kleinere boten werd flink gereefd. De Saeftinghe voer echter met een beste lap achter Ubbo en mij aan.

 

Saeftinghe op dreef (foto Eilert Voss)

Saeftinghe op dreef (foto Eilert Voss)

 

Halverweg de plas, Louis was ons net gepasseerd in zijn gecharterde fjorden-motorboot FIDES, een Snekling 25, ontdekten we een bonkig schip met een open boeg: een tweemast Bolger die op 1 jonkzeil naar Zoutkamp voer. Louis en ik genoten volop. Een collega-jonk kom je niet vaak tegen, dus de bemanningen schoten uitgebreid plaatjes van elkaar. Louis heeft ze nog uitgenodigd, maar ze moesten naar huis, naar Duitsland.

Junk Encounter (foto L. Gussenhoven)

Junk Encounter (foto L. Gussenhoven)

 

In de slenk naar Dokkumer Nieuwe Zijlen weigerde ZeeFiers motor opeens dienst. De nieuwe riemen had ik op het eiland gelaten, dus er zat niets anders op dan Eilert om hulp te vragen. Hij hoorde mij echter niet (of er waren te veel vogels in de buurt), dus toch maar vast het anker tevoorschijn gehaald. We hadden wel een poging willen doen te kruisen, maar het werd wel erg smal. Opeens deed de motor het wel weer en konden we op ons gemak naar de lunch varen. Daar at ik de lekkerste tostie ooit. Ze moet een medaille krijgen, die vrouw.

De lunchplek was trouwens ook een mooie plek met echte boxen en een echt bos, waar op dat moment een kinderfeest-volgens-het-boekje aan de gang was. Echte wigwams van stokken en tafelkleden en een speurtocht. Leuk tafereel in dit tijdgewricht. Hele volksstammen laten hun reis en bestemming tegenwoordig immers afhangen van Buienradar of ze komen helemaal het huis niet meer uit omdat het buiten zo lastig twittert.

Door een stuurfout van mij kwamen we vast te zitten. Ubbo kreeg er met de boom geen beweging in, dus moest de Svane ons bevrijden. Dat lukte, maar de schroef van de Svane kwam angstwekkend dichtbij mijn roerblad. Tijdens deze episode belde Nikki dat de politie langs was geweest op het eiland: we mochten niet kamperen en moesten onze tenten verwijderen. Staatsbosbeheer was ook langs geweest en die vond het wel in orde. Nikki klonk niet al te zeer onder de indruk van deze confrontatie met het gezag, dus stelde ik dit even uit tot ZeeFier weer los was.

Op de terugweg hadden we ruime wind. Het laatste stuk naar het eiland liepen zelfs de kleine boten niet uit ten opzichte van ons. Het snelheidsrecord van ZeeFier die dag lag op 6 knopen, gemeten met GPS. Ubbo en ik waren tevreden en verheugden ons op een borrel.

Gek genoeg stond Cookie vooraan om op de boot te springen toen we aankwamen. De agent was wel vriendelijk geweest, zei Nikki, maar hij zou mij later nog bellen. Terwijl ik de tent opzette kreeg ik hem inderdaad aan de lijn. Onze aanwezigheid werd gedoogd tot de volgende ochtend.

De meiden hadden de opdracht om stoofperen te maken. Dat was ze glansrijk gelukt en de peren combineerden zeer goed met het stoofvlees die avond. De mensen van de muziek (Tadderak) waren op eigen gelegenheid gekomen aan boord van de Jeanneau van de percussionist, Roeland.

De muziek vond ik de beste van alle raids tot nu toe. Het samenspel van klarinet en viool is prachtig bij Klezmer. We zaten trouwens gebiologeerd te kijken naar de klankkast waar de percussionist op zat. Het bleek een Cajon te zijn: een kastje van 30x40x60 met een snare en twee side-kicks voor extra effecten. Mooi ding en Roeland bespeelde het virtuoos. Connie, die de klarinet speelde, leidde het gezelschap in een dansje. Alleen haar berendans vond geen navolging. Na het officiele deel, gingen de muzikanten meefeesten op geheel eigen wijze: met hun instrument. Mooi om te zien dat mensen zoveel lol uit muziek halen.

Toen ik de ochtendhoofdpijn al voelde opkomen, ben ik met een paar glazen water op naar bed gegaan. Ik was in redelijk goede doen, ‘s ochtends, al zei Nikki dat ik er verkreukeld uit zag. Deze keer gingen zowel eieren als koffie aan mij voorbij, maar een lichte plankenkoorts hield mij: ik moest immers de trofee nog overdragen.

Ik had de trofee voorzien van een jonkzeiltje, omdat dat de link is tussen Louis en mij. Het was allemaal veel te klein voor mijn grote handen, maar het was toch gelukt. Ik reikte de trofee uit aan Eliza, die al jaren de sterren van de hemel kookt onder soms moeilijke omstandigheden. Het ongelofelijke eten is voor ons allemaal een extra reden om naar Groningen af te reizen.

Matthijs en Eliza

Matthijs en Eliza

Eliza met trofee

Eliza met trofee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoals gebruikelijk namen we al onze rotzooi mee en zelfs een rondzwervend stuk tapijt van een ander. Alleen de tent konden we niet netjes opvouwen omdat ze nog nat was. Terug naar Zoutkamp ging met halve en ruime wind. Ubbo ging weer mee. Deze keer had ik ook van te voren gereefd.

In de haven belandde Djenna’s bagage per ongeluk in de vuilcontainer, en regende het zo vaak, dat we geen behoefte hadden te blijven plakken. De kinderen wilden naar de Mac, dus zat ik na al dat culinaire en maritieme plezier, aan de friet op zondagmiddag, alsof we naar de postzegelruilbeurs waren geweest. Grappig wel die contrasten.

ZeeFier op het Lauwersmeer

ZeeFier op het Lauwersmeer