Op maandag 18 juli, daags na een intensief bushcraft weekend, ging ik met vrouw Mirjam, dochter Nikki en zoon Ben, varend 10 Friese steden bezoeken. Van de 11 viel Dokkum meteen al af, want ligt zwaar uit de route en bovendien: de Dokkumer Ee is overrated (Voor Dokkum zelf geldt dat trouwens niet).

Om het ons gemakkelijk te maken, had ik masten en zeilen thuis gelaten.

Meteen nadat we het van Harinxmakanaal op waren gedraaid,  zag Mirjam een vriendin met haar hond lopen, die toegaf wel een tikkeltje jaloers te zijn. Daar was reden voor: we aten broodjes knakworst, zaten lekker in het zonnetje en begonnen ontspannen aan een prachtig avontuur. Meteen daarna greep Poseidon in door de grote visparaplu te grijpen en overboord te blazen. Ik keerde nog om, maar het was te laat. Er was geen animo om overboord te springen.

Twee uur later lag dat heel anders: de temperatuur was gestegen tot 25 graden en een idyllische zwemplek vonden we bij Dronrijp net voorbij de kippenslachterij – die een uur in de wind stonk. Er was geen verkeer richting Harlingen. We konden een half uur ongestoord zwemmen.

In de haven van Harlingen hadden we precies 50% capaciteit van de accu’s verbruikt. De motor schakelde terug naar een spaartempo. Dat was even wennen: de vorige accumonitor had mij veel langer laten doorvaren, maar dat was de 12 volts versie, deze nieuwe een 48 volts. Een accu monitor voert ingewikkelde berekeningen uit en een kleine afwijking in de beginwaarden leidt tot grote verschillen in uitkomst, vermoed ik.

We overnachtten in Harlingen in b&b ‘De ruimte’: heel groot, met een eigen tuin. Vandaar liepen we Harlingen in, aten bij visrestaurant de Tjotter en scoorden wat Pokemon. We zagen zelfs een afgeladen Golfje, ook op jacht.

Vertrek uit Harlingen

Vertrek uit Harlingen

 

Na een riant ontbijt vertrokken we op ons gemak naar Workum. De oude stadswallen van Harlingen zijn prachtig vanaf het water. Via kruip-door-sluip-door vaartjes zonder enige bebording vonden we onze weg naar Bolsward. Met onze voeten in teiltjes en emmers water en af en toe een zwempartij en veel smeren van zonnebrand was het varen heel aangenaam. Ijsjes en koud water konden we langs het water kopen in Kimswerd. Er zat een deurbel aan de kade om verkoeling te bestellen!

Via Grauwe Kat en Hemen kwamen we in Bolsward. De dames gingen de stad in, Ben en ik zwommen wat en luierden in de schaduw van een boom met de radio en een stapel Donald Ducks. De dames kwamen terug met petten, shirts voor Ben (hij was zijn halve garderobe vergeten) en Drabbelkoeken. Nu ben ik niet kieskeurig, zeker niet bij gebak, maar deze koeken waren echt niet te hachelen. De dames waren niet erg onder de indruk van Bolsward, dus door naar Workum, waar ik een overnachting had geregeld in b&b La Dolce Frisia.

De brug van Tjerkwerd was net even niet bediend toen wij kwamen, maar door allemaal in de punt te gaan staan konden, er onder door te varen en allemaal achterin, konden we er precies onderdoor. Spannend voor ons en voor de de paar Tjerkwerders op de brug, die ons in het Fries beloonden voor onze moed. Leuk weer!

De vaart langs Parrega naar Workum was wat saai, maar keurig op tijd voor het eten, zette ik iedereen af op de weg naar de b&b, die een aardig eindje verder lopen was dan de beloofde 500 meter. Zelf legde ik de boot in de jachthaven aan het sap. Alweer bijna de helft van de accucapaciteit verbruikt, maar probleemloos gevaren.

Bed and breakfast La Dolce Frisia is een oude boerderij met tuin waar we genoten van een goed verzorgde barbecue samen met een Brabants stel dat op de motor aan het toeren was. Een super zonsondergang maakte de dag compleet.

De volgende dag even Workum in om wat boodschappen te doen en de overnachting van de volgende nacht te regelen. Dat was lastig: we vonden uiteindelijk een appartement in Stavoren. Met nog steeds volle zon en temperaturen van 25+ voeren we naar het IJsselmeer. Door de groene kleur van het water, de zandstranden en de volle zon leek het wel de Middellandse Zee.

Zwemmen in het IJsselmeer

Zwemmen in het IJsselmeer

We ankerden en zwommen, maar het waaide nu wel stevig. Omdat er al een aantal keren een motorstoring was bij veel golfslag, wilde ik zo snel mogelijk Hindeloopen in. Dat lukte zonder problemen. We voeren de sluis door, die met de hand bediend werd door plaatselijke jeugd. Hindeloopen is echt prachtig, ook al legden we niet aan.

Via een hele vage route en lage bruggen vonden we de smalle vaart die achter de Ijsselmeerdijk langs loopt naar Stavoren. Mooi varen, maar wel wat saai, omdat we niet over de rietkraag heen konden kijken. Bij een tussenstop konden we even de dijk op:

Op het industrieterrein van Stavoren was een brug die we maar net konden passeren (H11.5). Het was een ontzettend lullig ding waar alleen een boer met zijn tractor overheen moet. Als dat niet was gelukt, hadden we helemaal terug gemoeten, maar onze truc werkte opnieuw.  In Stavoren werden we vriendelijk ontvangen bij het Hanzehuis. We mochten daar aanleggen en de accu’s laden. Het appartement was prima, maar wel erg warm na zoveel zonnige dagen.

Van Stavoren voeren we – nu over ruim water- via de Langweerder Wielen naar Elahuizen voor een overnachting in de Nieuwe melkfabriek. De gastvrijheid van Mary en Willem-Jan was onovertroffen: aanmeren aan het terras, complimenten voor de sloep en een lift naar een huurfiets in Balk. Willem-Jan bleek ook nog beeld te houwen, wat een feest! Op tip van Mary fietsten we eerst naar Badmeester Keimpe, een leuk terras aan het Slotermeer. De kaart sprak de kinderen niet erg aan. Nikki dramde over Chinees eten (professionele interesse), maar we aten uiteindelijk een prima pizza in Balk bij L’Arcobaleno, alweer buiten.

Badmeester Keimpe aan het Slootermeer

Badmeester Keimpe aan het Slootermeer

Het aantal overnachtingsmogelijkheden voor bonnefooiers was hier in de Sudwesthoek erg beperkt, dus we kozen die eerste die we konden krijgen: de Klokkenstoel in Goïngarijp. Sloten lieten we maar even voor wat het was, dus daar ging wéér een stad van de tocht af, maar ons idee was: ‘dan houden we nog wat over voor de volgende keer’.

De klokkenstoel was eigenlijk wel de beste plek om te overnachten: een immense kap met daaronder smalle gangetjes naar heel veel kamers. Naar onze kamer waren er wel drie verschillende routes! Het rieten dak hield de kamers keurig koel. Speciaal voor de b&b gasten was er een aparte verdieping met grote tafels, een speelzolder en het mooiste terras van Friesland.

Zonsondergang bij de Klokkestoel

Zonsondergang bij de Klokkenstoel

En: het eten was ook top. Dat was maar goed, want in Goïngarijp is verder geen eetgelegenheid.

Door de hitte hadden we niet veel trek in een overnachting in Sneek, waardoor zowel Sneek als Ijlst ook van het 10-stedenlijstje af vielen. Oh well, op naar Grou, via Akkrum. Vlak voor het centrum van Akkrum moesten we onder laagste brug door (1 meter). Dat lukte precies. Na een lunch, voeren we door naar Grou. Met enig passen en meten vonden we een plekje in de jachthaven. De accu was leeg, dus we lieten ons ophalen door opa en sliepen lekker thuis.

Het laatste stukje voer ik de volgende dag met alleen dochter Nikki en haar vriendin Sacha. Ze profiteerden van een flinke glijbaan aan het strandje in Grou. Dat was leuk gedaan: Food trucks, strand en een dj. Had ik niet verwacht van Grou.

Een ijsje bij Trije Hus en gespetter van jongens met bommetjes in Wartena brachten ons thuis. Het waren maar 5 nachten, maar voelde veel langer.

Iedereen had het erg naar zijn zin gehad. Ben was enthousiast over overboord springen en ankeren. Nikki wilde graag sturen en Mirjam vond het erg mooi en ontspannen. En de zus-broertje-band had er ook niet onder geleden.

Zus en broertje aan boord

Zus en broertje aan boord